Vorige week ontvingen de deelnemende kunstenaars onderstaand schrijven van Hans Theys aan het bestuur van het NICC.
Zaterdag, 26 mei 2007 Aan het bestuur van het Nicc 1) Zoals jullie weten heeft Vaast Colson mij namens het Nicc in december van vorig jaar uitgenodigd een debat te organiseren. Ik heb op deze uitnodiging geantwoord met een voorstel, dat erop neerkwam dat ik zes toonmomenten zou organiseren waarrond een groeiende en naar andere plekken verhuizende tentoonstelling zou ontstaan. Dit voorstel werd aanvaard en ik kreeg een honorarium uitbetaald. Er werd afgesproken dat mijn kosten vergoed zouden worden en dat ik per toonmoment zou kunnen beschikken over een budget van 350 Euro. 2) Sindsdien heb ik zeker al tien keer aan Vaast, Pol, Josine en William gevraagd of het mogelijk zou zijn een vergadering te beleggen waarop een aantal taken toegewezen konden worden, zodat ik en de kunstenaars zouden weten tot wie ze zich konden richten. Deze week werd ik eindelijk uitgenodigd voor een vergadering. Die had maar twee agendapunten: 1) Dat ik de bruikleenformulieren moest ondertekenen, omdat William daar geen zin in had of geen tijd voor had (zijn redenen wisselden). 2) Dat ik naar elke deelnemende kunstenaar, alvorens die een werk kwam brengen of installeren, 'een pdf van een bruikleenformulier' moest sturen, dat de kunstenaar ingevuld en ondertekend moest meebrengen voor hij of zij een werk plaatste. Het eerste is, zoals ik eerder (na een eerder verzoek tot ondertekening) al aan William had uitgelegd, juridisch onmogelijk. Ik kan mij niet borg stellen voor werken die bewaard worden in een ruimte die ik niet zelf kan beveiligen of verzekeren, etc. Het tweede is volstrekt in tegenspraak met het enige voordeel dat deze tentoonstelling hedendaagse kunstenaars te bieden heeft in vergelijking met galerieën en musea: namelijk dat er zeer snel gehandeld kan worden en dat ze in situ mogen improviseren. 3) Op andere vragen krijg ik, niet tijdens deze vergadering, maar ook niet tijdens om het even welke ontmoeting OOIT een antwoord. Een van deze vragen is over hoeveel budget ik nog beschik. Zelf kan ik onmogelijk een zicht hebben op mijn slinkende budget. Daarom vraag ik telkens weer mij een overzichtje te bezorgen, zodat ik op mijn budget kan letten. Op vijf maanden tijd heb ik nooit een overzicht gezien. Eén van de dingen die ik wil organiseren is de Amerikaanse kunstenaar Kenneth Andrew Mrozcek naar België laten komen om hier een muurschildering te maken. Ik zou daartoe graag zijn vliegtuigticket betalen. Op mijn vraag of dit mogelijk is, krijg ik gewoon geen antwoord. 4) De meeste deelnemende kunstenaars vragen geen bruikleenformulieren en staan er niet op verzekerd te worden als steun aan mijn project. Alle kunstenaars die terecht wel om papieren vragen laten mij echter weten dat ze nooit een antwoord krijgen op hun vragen. Wanneer ik dit op de laatste vergadering ter sprake breng, blijkt niemand enige kennis te hebben genomen van bijvoorbeeld Jan Kempenaers' herhaalde pogingen met het Nicc in contact te komen. Jan Kempenaers liegt niet tegen mij. 5) Tot nog toe heb ik veel meer werk verricht dan oorspronkelijk was gepland. Ik heb teksten geschreven (waaronder een tekst die is gepubliceerd in hArt), foto's gemaakt, films gemaakt, enzovoort. Ik heb er ook voor gezorgd (met de onmisbare hulp van Vaast, Lieven Segers en Pol Matthé) dat de tentoonstelling zich heeft opgesplitst, zoals was vooropgesteld, en is verhuisd naar Milaan. Op deze manier kan ik echter niet doorgaan met dit project. Ik vraag van het bestuur dat het duidelijk maakt of het nog steeds achter mijn voorstellen staat of niet. Zoja, dan wens ik dat het bestuur haar administratieve medewerkers precieze aanwijzingen geeft over hoe onze verdere samenwerking zal verlopen. Ik wil weten tot wie ik mij kan richten voor welke taken, ik wil een inzicht hebben in mijn budget en ik wil dat alle wettelijke verplichtingen nauwgezet worden nageleefd. Het is onvoorstelbaar dat werknemers van het Nicc, met zijn voorbeeldfunctie, eenvoudige formaliteiten zoals het invullen en het ondertekenen van bruikleenformulieren niet naar behoren en binnen een redelijke termijn afwerken. Het is totaal misplaatst mij te vragen deze papieren te ondertekenen. Het is overigens onvoorstelbaar dat administratieve medewerkers zich op zo'n grove manier ontdoen van hun taken, of kunnen opereren in een werkomgeving waarin hun taken blijkbaar niet precies zijn omschreven. Dit leidt tot uitspraken zoals 'Nu het er toch uitziet als om het even wat' (bedoeld wordt de tentoonstelling), 'zou ik geen nee zeggen als ge mij zoudt vragen om er een van mijn keramieken bij te zetten'. Ik heb niet de indruk dat de tentoonstelling eruitziet als 'om het even wat' en ik heb ook geen behoefte daarover rekenschap af te leggen tegenover mensen die hun eigen werk niet naar behoren uitvoeren en menen mijn werk te mogen bemoeilijken met onwettelijke en stompzinnige eisen. Op dit ogenblik is Ann Veronica Janssens bezig met het schoonmaken van een ton blauwe keien, die in het Nicc tentoongesteld gingen worden. Meryem Bayram is bezig met de voorbereiding van het vierde toonmoment. Als ik voor vrijdag 1 juni geen formeel antwoord van u heb ontvangen, beschouw ik onze samenwerking als beëindigd en vraag ik de deelnemende kunstenaars hun werken te komen ophalen. Hartelijke Groeten, Hans Theys |
Het schrijven brengt een zeer schrijnende situatie aan het licht, namelijk dat ondertussen zo'n veertigtal kunstenaars werk hebben uitgeleend voor een tentoonstellingsproject zonder enige vorm van rechtszekerheid laat staan een minimale vergoeding.
Ook ik heb geen bruikleenformulier ingevuld. Ik doe nochtans mee aan de tentoonstelling - waarschijnlijk net zoals het merendeel van mijn collega-kunstenaars - vanwege de gewoonlijke redenen: namelijk dat er zich weinig gelegenheden tot tentoonstellen aanbieden, er naast tentoonstellen weinig of geen mogelijkheden bestaan om beeldende kunst tot bij een publiek te krijgen, en ik de onweerstaanbare drang tot het maken van kunst niet wens in te tomen en dus elke redelijke gelegenheid tot tonen gretig aangrijp.
Wel heb ik voorafgaand aan mijn deelname aan de tentoonstelling curator Hans Theys gevraagd of er ook een vergoeding voorzien was om tentoon te stellen of zelfs zoals in mijn geval, werk-in-situ te creëren. Het antwoord was nee, dus het is dan ook mijn vrije keuze om 'voor niet' mijn bijdrage(n) te leveren.
Tijdens 'Art Brussels', waar het NICC aanwezig was om "stil te staan bij de rol en relevantie van kunstenaarspraktijk in sector en maatschappij" heb ik evenwel mijn ongenoegen kenbaar gemaakt betreffende het gebrek aan een tentoonstellingsovereenkomst, bruikleenformulier en vergoeding. Allemaal umsonst.
Dankzij de inspanningen van het NICC is sinds 1 juli 2003 elke kunstenaar (ongeacht zijn discipline) telkens hij in opdracht een artistieke prestatie levert, een werknemer (tenzij hij er zelf voor kiest zich als een zelfstandige te vestigen).
Hans Theys heeft mij in naam van het NICC uitgenodigd om deel te nemen aan de tentoonstelling "The Moss Gathering Tumbleweed Experience".
Tussen werkgever en werknemer moeten meestal een aantal afspraken gemaakt worden. Bij een gewone sollicitatie (ik ben uitkeringsgerechtigd werkzoekende, jawel) is het in quasi alle gevallen de werkgever die alle afspraken oplegt; de arbeidsduur, plaats, aard, verloning en zo meer worden vastgelegd in een arbeidsovereenkomst.
Zo niet bij het NICC. Ondanks de 25.000 tentoonstellingsovereenkomsten die onder mijn voorzitterschap werden gedrukt, ondanks het bestaan van eenvoudige (1 A4!) bruikleenformulieren en spijts het geweeklaag van zowat 90% van mijn collega-kunstenaars over hun precaire situatie, wordt er in het geval van "The Moss Gathering Tumbleweed Experience" helemaal niets afgesproken! Of tenminste, iedereen heeft er het vertrouwen in dat hetgeen ooit ergens eens gezegd is binnen enkele maanden nog wel hetzelfde zal zijn, ook nu er ineens toch wel wat verwikkelingen beginnen te ontkiemen.
Bij deze gaat evenwel ook de curator niet vrijuit. Hans Theys wil/kan zich niet borg stellen voor de verzekering van de werken die tentoongesteld worden in een ruimte waar hij geen controle over heeft. Wegens het feit dat er snel gehandeld moet worden heeft hij ook geen tijd om de kunstenaars er op te wijzen dat ze een bruikleenformulier dienen in te vullen voor elk werk dat ze voor de tentoonstelling uitlenen. Hans Theys heeft evenwel een (schriftelijke?) overeenkomst met het NICC om als curator een tentoonstelling te organiseren, daarvoor krijgt hij een honorarium, een vergoeding van zijn onkosten en een budget van 350,- euro per toonmoment. Gezien het werk en de inzet die hij voor "The Moss Gathering Tumbleweed Experience" levert gun ik hem dat van harte. Maar dat ontzegt hem als curator van een door het NICC georganiseerde tentoonstelling wel niet van de taak ook in naam van het NICC afspraken te maken omtrent het uitlenen van werken, of desgevallend deze taak toe te wijzen aan (het personeel van) het NICC.
Op een boogscheut van haar 10-jarig bestaan bakt het NICC dus nog altijd zeer weinig van haar primaire doelstelling "het verbeteren van de situatie van de beeldende kunstenaar in de maatschappij".
Ook de kunstenaars die - mede dankzij hun belangenbehartiger, het NICC - meer rechtszekerheid, een sterkere stem, een betere positie in de maatschappij zouden verworven hebben in de afgelopen 10 jaar, blijven in de kou staan.
Of zijn wij (de kunstenaars) nog altijd te laf om voor onze verworven rechten op te komen? Misschien is het tijd om na 10 jaar theoretische, intellectuele en vooral genoegzame strijd, de discussie verder te zetten met andere middelen en de échte wapens op te nemen.
Pakweg 40 jaar geleden stond ook de pacifistische journaliste Ulrike Marie Meinhof voor deze keuze. Vanuit de gevangenis schreef ze in een brief aan haar dochters: "Und denkt nich daran, daß Ihr traurig sein müßt, daß Ihr eine Mami habt, die im Gefängnis ist. Es ist überhaupt besser, wütend zu werden als traurig zu sein", en nam voorgoed de gewapende strijd tegen het systeem op.
In zijn schrijven stelt Hans Theys de datum 1 juni 2007 als ultimatum voor een antwoord. Bij mijn weten is dat er tot op vandaag niet gekomen, en de klok tikt verder.
Op 1 juni 2007 zal de samenwerking tussen Hans Theys en het NICC beëindigd worden. Als deelnemend kunstenaar aan "The Moss Gathering Tumbleweed Experience" vind ik dit een spijtige zaak. Als "Stakeholder in een Omgeving voor Actuele Kunst" kan ik hiermee geen vrede nemen.
Ik vind dat het na de intrede van de kleur rood bij de tweede nocturne "Code Red" op 26 april 2007, en de intrede van de kleur blauw bij de "Tumbleweed Spin Off" tentoonstelling in Galleria Klerkx te Milaan op 17 mei 2007, tijd is voor de intrede van de kleur geel vanaf 1 juni 2007.
Mijn bijdrage zal er in bestaan om de kunstwerken niet onderhevig aan een bruikleenovereenkomst op een hoop te gooien en in brand te steken.
Lieber Wütend als Traurig. Men weze gewaarschuwd.
DDV
Kunstenaar,
Stakeholder in een Omgeving voor Actuele Kunst.
Illustratie: het graf van Ulrike Meinhof in Mariendorf-Berlijn, juli 2006.